Algemeen

Column: 100.000 Kriebels

De laatste weken heb ik ze steeds vaker… kriebels welteverstaan. Allereerst natuurlijk, omdat het kwik regelmatig de 20 graden akelig dicht nadert. Licht, zon en warmte dóen iets met me. Alsof mijn bloed dunner wordt en sneller gaat stromen. Ik voel me actiever en energieker. 

Weg is het stroperige gevoel van niet vooruit te branden zijn, dat vaste prik is aan het eind van de winter. Het groen aan de bomen en ganzen die met hun kroost on high alert fietspaden oversteken, wakkeren het lentegevoel nog verder aan. Wat een feest! Straten die tot voor kort nat, grauw, grijs en vaak verlaten waren, komen tot leven doordat mensen weer volop naar buiten gaan. Heerlijk om dat te zien. 

 

Best gek als ik erover nadenk, dat ik de schoonheid van het Noarderleech in weer en wind kan zien en waarderen. Maar dat een straatbeeld voor mij zonlicht en mensen nodig heeft om de charme ervan te kunnen zien. Ik heb vaker met guur weer, door de wind die over de open vlakte joeg, achter de dijk bij Ouwe-Syl gelopen. Ingepakt in een dikke jas, weggedoken in sjaal met de handen diep in mijn zakken. Ik herinner me dat de uitgestrektheid en de aanblik van verlatenheid me een gevoel gaven, deel te zijn van een groter geheel. 

 

Bij verlaten straten echter, krijg ik kriebels van onrust; waar is iedereen…? Kriebels ook, van het geluid dat de komst van de lift aankondigt in het hotel waar ik nog even verblijf. Dat geluid, met ongewild een plek op mijn interne harde schijf, houdt voor mij rechtstreeks verband met de turbulente, onbestendige periode in mijn leven die onlangs is gaan kantelen. De periode die in het teken stond van vertrekken. Met het doel passend werk te vinden en daarna woonruimte. Een sprong in het diepe. In een oceaan, waarvan gigantische golven van onzekerheid, vertwijfeling, zin-, doel- en nutteloosheid me regelmatig overspoelden tot een gevoel van bijna verdrinken. De kriebels die me dát gaf gun ik niemand. De spiegel in het hotel met het felle lichtje erboven, liegt niet. Genadeloos toont deze de sporen van slapeloze nachten gepieker dat nergens toe leidt. Een gelegenheid bij uitstek om mijn vaardigheid rond maquillage-trucs, ooit geleerd bij de importeur van cosmetica en parfumerie waar ik gewerkt heb, af te stoffen en op te frissen. Maar concealers, foundations, poeders en kwasten kunnen weer langzaam de kast in, want het aanbreken van de lente en het bouwen aan mijn nieuwe (t)huis, doet wallen slinken. En brengt wat groeven dreigden te worden, weer langzaam terug naar rimpels. Kriebels…. Ook op de dag van de overdracht van het appartement zelf. Tijdens de inspectie, waar de verkopende partij schitterde door afwezigheid. Wat ik wel snap als je wat dingen kapot, niet schoongemaakt en zonder benodigde sleutels, instructies en handleidingen achterlaat; ik zou me de ogen uit de kop schamen. Enfin…  Kriebels bij het tekenen van de koop- en hypotheekakte bij de notaris. En bij de eerste keer de drempel over van mijn nieuwe huis. Wat wel een eeuwigheid leek, heb ik binnen op de trap gezeten. Genoten van het uitzicht op het haventje. Het licht door de grote, hoge ramen. En de serene rust die er binnen hing. Ik kan nog steeds niet geloven dat het gelukt is zo’n mooie stek te vinden in een heerlijke, waterrijke omgeving. Precies op tijd. En dat ík daar mag wonen. Zo ontzettend dankbaar…. De dag na de overdracht zijn twee vriendinnen komen kijken. Spannend, want ze hadden hun bedenkingen bij het in hun ogen onpraktische splitlevel appartement. Eenmaal binnen waren ze echter enorm enthousiast. Zowel over de ruimte als over mijn ideeën hoe deze in te richten. De bekende laatste loodjes nu. Binnenkort worden mijn spullen uit de opslag bezorgd. En vertrek ik uit het hotel. Langzaamaan weer iets van een gevoel van vaste grond onder de voeten. Toekomst-perspectief, met hernieuwde zin om dingen te doen. Benieuwd naar buren, de buurt en naar wat er te beleven is. Verwachtings- en hoopvolle kriebels. Kriebels, van het fijne soort. Kom maar door! Daar wil ik er wel 100.000 van