Algemeen
Column Sanne Verhoef: Heb ik dat?!
Hiermee refereer ik niet aan het 2e Spoortraject waarin ik ben beland, dat me via het rangeerterrein naar de sloop lijkt te leiden. Nee… dit keer gaat het over situaties waarin ik me afvraag of er ergens een verborgen camera hangt. Situaties waarin ik (uiteindelijk) moet lachen om mijn eigen onnozelheid of het absurde van de situatie…
Zo haalde ik laatst mijn auto op van de garage. Ik liep ernaar toe. Merkte dat bij het openen op afstand het bekende ontgrendelingsklikje ontbrak. Ook het knipperlicht reageerde niet zoals anders. Raar. Ik registreerde het wel, maar nam het als gegeven aan. Ik liep naar de bestuurderskant en opende het portier. Op de grond een prop keukenrol en een blikje cola in het middenconsole. Verbazing, want voordat ik de auto inlever voor de APK, rijd ik altijd even door de wasstraat. Haal de losse spullen eruit. En stofzuig en poets de binnenkant. Vervolgens zag ik een kinderzitje op de achterbank. Héél even schoot er door mijn hoofd dat mijn auto voor een ritje tussendoor was gebruikt. Op het moment dat ik verontwaardiging voelde opborrelen, verdween die gedachte ook direct weer. Een tel later werd duidelijk, dat ik dus doodleuk op een andere Corsa was afgestapt. Hetzelfde model. Dezelfde kleur. Ik voelde mijn wangen branden. Het kenteken bevestigde dat het niet mijn auto was; die stond verderop te glimmen in de zon. Ik kon wel door de grond zakken. Wat als de eigenaar van de auto mij ‘betrapt’ had? Vervolgens kon ik wel grimlachen om mijn eigen dommigheid…
Een ander moment was op een parkeerplek bij de tandarts. De auto had ik achteruit ingeparkeerd aan het uiteinde van een rij vakken. Ik was bezig de parkeer-app te activeren. Rechts van mij allemaal vrije plekken. Een oudere man besloot naast mij te parkeren. Hij stak de auto eveneens achteruit in. Strak langs die van mij. Zo strak, dat ik me afvroeg hoe hij in hemelsnaam ging uitstappen, want ruimte daarvoor was er niet. Ik liet mijn parkeerapp even voor wat ‘ie was. De man zette de motor af. Maakte z’n gordel los. En zwaaide z’n deur open. En wat ik al vreesde, met een ferme tik tegen mijn deur. Het raam had ik al naar beneden gedraaid. Ik vroeg hem of hij het zich bewust was dat hij zijn deur tegen die van mij had gezwaaid. Hij antwoordde laconiek: “Ja, maar er zit speciaal daarvoor een strip op de deur”. Ik was ondertussen al de auto uitgesprongen en beende op hem af. Pardon?! Na inspectie van de deur bleek dat meneers zwaai-actie een pit had opgeleverd, iets waarvoor ik geen schadeformulier invul. Het kon hem echter niet zijn ontgaan dat ik ‘not amused’ was. Ik wachtte op iets van een verontschuldiging. Tevergeefs. Hij liet me verbijsterd achter toen hij nonchalant z’n schouders ophaalde, me “Nou, fijne dag nog maar” wenste en wegliep. Hoe dan?! Even speelde ik met de gedachte om eenzelfde pit in zijn autodeur te maken. Heel fout… maar zo zit ik niet in elkaar.
Later bleek hij, net als ik, een afspraak bij de tandarts te hebben. Na het voorval hoopte ik vurig dat het voor een wortelkanaalbehandeling was…. dat dan wel weer… Ikzelf ging om gips te happen voor een bitje tegen tandenknarsen en kaakklemmen. Kort daarvoor was ik met spoed in de tandartsstoel beland vanwege een fikse kaakontsteking; het gevolg van een verticale breuk die ik in een kies had geknarst door stress.
Vandaar dus zo’n bitje. Twee metalen malletjes werden met een vieze pasta gevuld die uithardde, direct nadat ik mijn tanden erin had gezet. Ik hield m’n hart vast en deed schietgebedjes voor mijn kroon. Niet al te zachtzinnig werden op enig moment de malletjes verwijderd. Precies op tijd, want ik kreeg het benauwd en was, heel gênant, begonnen te kwijlen. Mijn kroon zat gelukkig nog op z’n plek. Niet pijnlijk dat happen, maar ik was blij dat het erop zat. Binnenkort het resultaat ophalen. Ik ben benieuwd.
Als dat het behoud van mijn tanden en kiezen is, dan moet het maar. En zo is het. ‘t is een kwestie van volhouden.
Tanden op elkaar en dóór!
Sanne Verhoef