Algemeen

Herman van der Geest gaat over één nacht ijs

Wanneer de buitentemperatuur zakt, stijgt de lichaamstemperatuur bij Ouwe-Sylster Herman v/d Geest. Herman gaat letterlijk het liefst over één nacht ijs. De laatste zondagmorgen van januari heeft de Bilkert de primeur om als eerste zijn schaatsen op de Ryptsjerksterpolder te zetten. Ook al blijft het bij slechts enkele schreden, het gevoel is na twee ijsvrije jaren heerlijk.

Tekst en  foto: Herman v/d Geest zet als eerste zijn slagen op het natuurijs van de Ryptsjerksterpolder (Bertus Dijkstra)

 

In alle vroegte stapt Herman v/d Geest op Ouwe-Syl in zijn auto en zet koers naar de plek waar hij, samen met nog enkele diehards, het flinterdunne ijslaagje op de ‘berypte’ Ryptsjerksterpolder wil bedwingen.  Op het moment dat de Bilkert het ijs aan de randen van de bevroren polder op dikte controleert, ziet hij in de verte medeschaatser Leo Schuil opdoemen. Korte tijd later wordt het duo gecomplementeerd door Jochem de Vries. Het trio is sinds jaren al na één nachtvorst op het Ryptsjerkster polderijs te vinden, en dat geeft hen ondanks de kou een behaaglijk warm gevoel. Tenminste wanneer er daadwerkelijk geschaatst kan worden.

It kin krekt

Na een kort onderonsje wordt duidelijk dat ‘it hjoed net kin’!  Althans, dat is wat de decennia lange ervaring van Leo en Jochem doet spreken. ,,It kin it krek, ik bin dat eand fanút ’t Bildt niet fergees kommen”, waarmee de vastbesloten Bilkert aangeeft vandaag niet als schaatswerkloze toe te willen kijken.

Wedstrijdschaatser hebben als doel als eerste de finishlijn passeren. De uitdaging van dit trio is juist tegenovergesteld, ze willen als eerste aan de start verschijnen, om de eerste meters te kunnen glijden. Toch duurt het tot 08.15 uur voordat de vroege ijsvogel uit Ouwe-Syl als eerste brutaal de ijzers onderbindt: ,,Die anderen bin feul te benauwd foor natte sokken. Al dink ik dat wy fandaag, met krapan 2 sintimeter iis, allenig maar kantrije kinne”.

Primeur

Wanneer Herman de ‘redens’ uit de XL boodschappentas tevoorschijn haalt en aantrekt, beginnen kort daarna ook zijn kompanen te ontdooien. Toch is de primeur na twee ijsvrije jaren voor de 56 jarige Bilkert, die schoorvoetend de eerste schreden op het krakende flinterdunne deinende polderijs zet: ,,It is ‘n sport om as earste it dunne laagje iis te bedwingen”, zo weet de sportieve avonturier die ook regelmatig wad-wandel-schoenen, hardloopschoenen of zwemoutfit aantrekt. Dat hij na één nachtvorstje ‘als eerste’ voorschaatser het ijs betreedt geeft voldoening, al is dat niet bewust zijn doel: ,,Ik hou gewoan fan reedrije”.

De regel van vieren

Herman wist al enkele dagen eerder dat er geschaatst zou kunnen worden. Hij hanteert daarbij zijn eigen vuistregel om te weten of het ijs dik genoeg is. De regel van vieren houdt in dat, om een ijsvloer van plus 2 cm te krijgen, het twee keer vier uren vier graden moet vriezen, dit bij een windkracht van vier beaufort. De wind zorgt ervoor dat de warmte die gepaard gaat bij ijsgroei, wordt weggeblazen. Ook al tipt de thermometer -6,5 graad vorst aan, ‘geen wind’ betekent een flinterdunne ijsvloer.

Het blijft na deze eerste serieuze winternacht dan ook meer bij een sociaal gezellig samenkomen van lotgenoten. Van echt serieus schaatsen op het polderijs is amper sprake, het iele laagje ijs staat dat simpelweg nog niet toe. De zonovergoten winterdag laat daardoor veel ruimte om lekker bij te kletsen, de massaal toegestroomde pers te woord te staan en tussen de bedrijven kort het schaatsgevoel weer te ervaren.