Algemeen

We maken kilometers. Zowel fysiek - want ons campertje tuft elke zoveel dagen gestaag verder - als mentaal. Ik zie het bij ons alledrie gebeuren. De verandering in onze dynamiek. In ons samenzijn. Er ontstaat iets van, gewenning? Rust? Waarschijnlijk ben ik me daar bewuster van dan mijn reisgenoten. Hoe dan ook, het duurde even, maar ik bén er.

Op die plek in mijn hoofd waar het steeds rustiger wordt. Waar ik niet geplaagd wordt door die continue gedachtestroom. Door hersenspinsels die vaak ietwat dwingend de aandacht opeisen. Die vragen oproepen waar ik geen antwoord op heb. Of niet wil hebben. Nog niet althans. Minder in mijn hoofd zitten. Meer voelen en ervaren. Niks hoeven of moeten. Gewoon zijn. Zou ik dan dan nu eindelijk op dat punt zijn aanbeland? 

Even loskoppelen van ons dagelijkse leven, waar - even voor de duidelijkheid - niets mis mee was. Ofwel: de zogenaamde ‘ratrace’ tijdelijk ontvluchten. Was dat niet stiekem tóch het doel dat ik mezelf voorafgaand aan deze reis had gesteld? Een wens die in de praktijk vooral een uitdaging blijkt te zijn. De uitdagingen zitten overigens net zo goed in heel praktische zaken. Koud een afwasje doen is niet zo’n drama. (Hoewel het na een keer of drie hygiënetechnisch wel een dingetje wordt.) Een onaangekondigde koude douche - sorry Wim Hof maar er zijn grenzen wat betreft back-to-basic gaan - vind ik persoonlijk ietsje minder. 

Klinkt een beetje verwend hè? Zaniken over lauwe douches, toiletteren zonder bril of al hurkend boven een gat. Blaffende honden die je nachtrust verstoren. Ik kan er zo langzamerhand een boek over schrijven. (Wat overigens nog niet zo goed lukt maar da’s een ander verhaal.) Het zijn sowieso allemaal luxeproblemen. Daar ben ik me, ondanks de malaise waar ook ik als ‘rijk’ mens heus recht op heb, terdege van bewust.

En mocht je denken dat zo’n sabbatical een en al chillen is. Think again. Nietsdoen is hard werken. Voor mij dan. Die andere twee ondergaan het ogenschijnlijk zonder enige moeite. Kunnen rustig uren in en rond de camper hangen. Respect. Not me. Zit ik net even met de pootjes omhoog, hoor ik een stemmetje fluisteren: je moet nog… Maakt niet uit wat. Iets met een afwasje dat ligt te wachten. Mijn waterfles opnieuw vullen. Kijken of de was al droog is. Echt. Het is net als thuis. Never no peace. Wiens schuld dat is? Mijn eigen. Het is net alsof de mate van passiviteit en traagheid, me na een tijdje lummelen begint tegen te staan.

Dat er dan na bijna twee maanden on the road toch iets van overgave lijkt te komen, feels good. Dat die eerder nog zo woelige wateren langzaamaan beginnen te kabbelen. Als meanderende beekjes door een bloemrijk vallei. Kijk, zelfs op het literaire vlak doet die rust daarboven wel iets met me. Misschien wordt het dan toch nog iets met dat boek?

 

www.femkejaarsma.nl

www.verwoordinbeeld.nl