Algemeen

Column Sanne Verhoef: De zoete verleiding

Oktober, november, december — het kwartaal van suiker. Nu is suiker op zich is niet slecht. Glucose is een vorm van suiker en vormt de centrale brandstof voor ons lichaam. Het zit in groente en fruit dat we eten. Het zijn echter de toegevoegde suikers in dranken, stroop, sapjes, zoet broodbeleg en snoep, waarvan een teveel ons in de problemen brengt. In deze periode loop je in praktisch elke supermarkt tegen een berg suiker op.

In opvallende stellingen ligt het metershoog opgestapeld: chocoladepompoenen, pepernoten in 50 smaken, chocola- en banketletters. Wie houdt er niet van? Maar net zoals alcohol geassocieerd wordt met gezelligheid, geldt dat voor zoetigheid evengoed: iets lekkers bij de koffie of thee. We zijn er ook een soort van verslaafd aan gemaakt. 

Ik bedoel, een kind dat opgroeit zonder suiker in de thee en water krijgt in plaats van aanmaaklimonade of iets als mierzoete yoghurtdrink, taalt niet naar zoetigheid. Sterker nog, dat kind zal na een slok ervan een vies gezicht trekken. 

Enfin… voorlopig echter gaan de meeste van ons voor de bijl bij ’t zien van alle lekkers. En da’s niet verwonderlijk; suiker troost, verbindt, beloont. Wie verdrietig is, krijgt chocola. Wie iets te vieren heeft, taart. En ’wie zoet is krijgt lekkers’… ‘Zoet zijn’ heeft een positieve klank — in taal, gedrag én smaak. 

Alleen denkt ons lichaam daar toch wat anders over. Elke keer dat we een hand pepernoten naar binnen werken, borstplaat snaaien of een blikje fris drinken, zetten we een ingenieus systeem aan het werk. Onze bloedsuikerspiegel stijgt. Onze alvleesklier gooit insuline in de strijd om de glucose te verdelen. En kort daarna stort de boel weer in: de bekende suikerdip - het moment waarop we trek krijgen in nóg iets zoets. Het klinkt onschuldig, maar dat constante pieken en dalen is een aanslag op ons lichaam. 

In ons land hebben inmiddels meer dan een miljoen mensen diabetes type 2. En het aantal mensen met een verhoogd risico groeit snel. Mensen met diabetes leven gemiddeld 2 tot 4 jaar korter dan mensen zonder die aandoening. Niet door ‘een beetje suiker te veel’, maar door de complicaties die het met zich meebrengt: hart- en vaatziekten, nierproblemen, oogschade. Suiker is daarmee allesbehalve een onschuldig troostmiddel. Dat we ons er steeds maar weer door laten verleiden is echter niet zo gek. Suiker triggert het beloningssysteem in ons brein. Elke hap of slok activeert de aanmaak van dopamine — het geluks-hormoon dat zich vormt bij verliefdheid, muziek of een appje van je lief. En daarvan willen we méér. Ons hoofd zegt: “Ik verdien dit.” Ons lijf denkt: “Help!” En eerlijk is eerlijk: er zit iets warms in zoetigheid. Het hoort ook bij rituelen, bij delen. En dat is waar het de komende maanden om draait. 

Kinderen die met vrolijk gekleurde lampionnen zingend langs de deuren gaan met St. Maarten. Het lekkers dat daarna mag worden uitgezocht. Sinterklaas met surprises. Een letter in je schoen. Warme chocolademelk met slagroom, marsepein en een banketstaaf. Straks met kerst de bekende musketkransjes, banketletter en anders lekkers. En ter afsluiting van het jaar de oliebollen en appelflappen met poedersuiker en niet te vergeten de bubbels… 

Misschien is dit een mooi moment om de teugels iets aan te halen en onze hang naar suiker en zoetigheid te bedwingen. Uiteraard zonder de lol eruit te halen. Want niemand wil een zuurpruim in het snoepseizoen. Maar gewoon een beetje bewustwording. Bijvoorbeeld door mandarijntjes hun herintreden te laten doen tijdens St. Maarten. Of door armbandjes van zoute popcorn te introduceren. Dat we het snoepen en snaaien beperken. En wanneer we lekkere trek hebben, op zoek gaan naar een beter alternatief, zoals een paar walnoten of amandelen in plaats van chocoladerozijnen. Ik ben vóór. Zeker weten dat we dan frisser en fruitiger de komende maanden met festiviteiten doorkomen. Minder stress ervaren wat vaak aanleiding geeft tot akkefietjes. En niet met een opgeblazen gevoel zitten dat resulteert in een lijstje goede voornemens, dat vaak februari nog niet haalt. ‘Snoep verstandig eet een appel’ is helemaal zo gek nog niet. Zeker niet als ‘One apple a day keeps the doctor away’ ook waarheid blijkt

Sanne Verhoef