Algemeen

Column Sanne Verhoef: Over toen en nu

Vroeger…. ik weet het... Het is officieel nu. Ik behoor tot ‘de oudjes’. Nu zeg ik zeker niet dat álles beter was vroeger. Maar veel wel. En dan denk ik onder andere aan normen en waarden. Aan gemeenschapszin; gevoel van verbinding en saamhorigheid. Respect voor mijn en dijn… 

Vroeger…. ik weet het... Het is officieel nu. Ik behoor tot ‘de oudjes’. Nu zeg ik zeker niet dat álles beter was vroeger. Maar veel wel. En dan denk ik onder andere aan normen en waarden. Aan gemeenschapszin; gevoel van verbinding en saamhorigheid. Respect voor mijn en dijn… In mijn jeugd werden we nog niet gegijzeld door het internet, TV of gamen. Door online uitdagingen of hypes, gepusht door influencers. Toen ik 12 was startte de Belgische omroep met een programma TikTak voor de allerkleinsten. Niet te verwarren met TikTok nu. Maar tot die tijd vermaakte ik mij met mijn kleurboeken, kleurpotloden en stiften. En verslond ik boeken. Met mooi weer verplicht buitenspelen; hinkelen. Steltlopen. Knikkeren. Buskruit. We werden eraan herinnerd dat er niet geschreeuwd werd buiten. Dat we niet bij de spoorlijn en ‘de bouw’ mochten spelen. En dat we, afhankelijk van het seizoen, om 17.00 uur thuis moesten zijn of zodra de lantaarns aan gingen. Geen iPhone mee om hippe dansjes of challenges op te nemen, of een huissleutel; een touwtje door de brievenbus. De deur dichttrekken en gáán. Ongetwijfeld kan dat op Ouwe Syl en omstreken nog steeds.

Ik weet echter zeker, dat een touwtje uit de brievenbus, hier in mijn huidige woonplaats, gezien wordt als een uitnodiging om de woning leeg te halen… Dan kattenkwaad van toen en nu…‘Belletje trekken’ was onschuldig vermaak. Vervelend voor die ene buurvrouw die niks met kinderen had en daardoor juist het mikpunt was van plagerijen. Maar niet gevaarlijk of levensbedreigend. En wie heeft er niet door een pvc-buisje pijltjes geblazen door openstaande ramen in de buurt? Toegegeven: bij buren die hierop uit hun pan gingen, was het sport om terug te gaan en te kijken of er nog een raam openstond… Een enkele keer kregen we thuis een draai om de oren wanneer we het echt te bont hadden gemaakt. We moesten dan ’s avonds naar het geteisterde adres om excuses aan te bieden. Maar ook dan nog ging het om onschuldig vermaak.

Hier zie ik kinderen er in grote groepen op uit trekken. Je hóórt ze vooral ook; Nederlands/Engels in een wonderlijke combi met Marokkaans en Papiaments met een Amsterdams accent. Ik vind het tenenkrommend. De jeugd heeft mobiele telefoons paraat. Ze gaat in kolonne naar de plaatselijke snackbar. Hangt rond op een plein… maakt filmpjes. En fiets op fat-bikes rakelings langs winkelend publiek. Spreek de jongeren er vooral niet op aan, want dan heb je de poppen aan ‘t dansen. In mijn jeugd keek je beschaamd naar de neuzen van je schoenen wanneer je aangesproken werd op ongewenst gedrag. Vraag je nu aan een telefonerende tiener, of überhaupt aan iemand die in een stiltecoupé belt, het gesprek elders voort te zetten, dan mag je blij zijn met een reactie die beperkt blijft tot schelden met een dodelijke ziekte gecombineerd met ’s werelds oudste beroep. Ik sta er versteld van hoe anders het nu is. Let wel: assertiviteit juich ik toe. Dat is in mijn optiek alleen wat anders dan van je afschreeuwen of een iemand een grote mond terug geven of erger…

Eerlijk: door mijn eenzijdige plotsdoofheid en het verlies van mijn baan, staan de laatste jaren voor mij in het teken van zorgen rond bestaanszekerheid. Ik ben talloze afwijzingen verder, waaronder 3 bij UWV. Recent de reactie van Randstad Participatie ‘een werkgever gaat aan jou z’n vingers niet branden’ heeft ook de hoop op een passende baan waarmee ik in mijn eigen onderhoud kan voorzien, de bodem ingeslagen. ’t Grootste deel van mijn leven zit erop. En ik moet me gaan beraden op plan B. Ondanks alle onzekerheid en stress die dit met zich brengt, zou ik voor geen goud nu 12 willen zijn met nog een heel leven voor me. Niet in de maatschappij zoals ik die nu ervaar. Of mijn opa en oma dat in hun tijd ook zo ervaren hebben? Misschien. Maar ‘k denk steeds vaker aan toen en nu. Vraag me af wat er gebeurd is. En besluit me te focussen op wat ik nu kan doen, met de hoop op beter. Wetende dat ’t nog bestaat op Het Bildt… 

Sanne Verhoef