Algemeen

Nieuwjaarsoncert st. Vituskerk muziek & schilderkunst

Er rolt opeens een traan over mijn wang. Ontroerd door emoties luister ik naar de muziek die het fanfarekorps ten gehore brengt. Het is een compositie van Jacob de Haan, die niet alleen in Nederland, maar ook ver daarbuiten geliefd is om zijn muziek.  

Vreemd dat het me zo raakt, want met deze vorm van muziek ben ik niet zo bekend. Dit muziekstuk kreeg de naam Queen of the Dolomites, waarbij de Noord Nederlandse componist de imposante bergen van de Dolomieten en de  vredige dorpjes in de dalen in gedachten had. Wat is toch de reden dat ik me zo opgenomen voel in die muziek?

We zijn met een glaasje bubbels in de hand, de houten kerkbank van de oude st. Vituskerk  ingeschoven om te  gaan luisteren naar het nieuwjaarsconcert van het fanfarekorps Studio uit Stiens. Heel hoog boven ons branden tientallen lampjes in grote kroonluchters. Verderop , dicht bij het koor staan, zeer ongebruikelijk voor deze omgeving, links en rechts grote schildersezels opgesteld met daarop schilderijen van plaatselijke kunstenaars. Ze vormen de inspiratiebron voor de  muziek die vanavond gespeeld wordt. 

Langzaamaan vullen de eeuwenoude kerkbanken zich met publiek, dat zojuist langs de schilderwerken is gelopen en zich heeft laten informeren over het hoe en waarom van deze impressies. De st. Vitus, een rijksmonument, is een zeer karakteristieke  dorpskerk, gebouwd van tufsteen en het gebouw heeft een lange, bewogen geschiedenis.  De oudste delen stammen uit de twaalfde eeuw. De toren is van latere datum en opgebouwd uit oude kloostermoppen.  Deze kerk is in vroeger dagen gewijd aan de heilige st. Vitus en aan Anna, de moeder van Maria, tegenwoordig is de kerk in gebruik door de protestantse gemeente van het dorp. Geleund tegen een van de drie herenbanken, waarin vroeger de deftige burgers zaten, staan de twee ezels, waarop mijn eigen schilderijen staan. Het is een portret van een oude violist , Ivri Gitlis  uit Israël, en een bosgezicht met een meertje en een witte brug. 

In het koor van de kerk heeft het korps zich opgesteld , onder de inspirerende leiding van Wilbert Zwier. Het fanfarekorps Studio bestaat uit ongeveer dertig leden in de leeftijd van tien tot 76 jaar. Het is in 1896 opgericht, omdat toen bij de plaatselijke kaatswedstrijden geen muziek aanwezig was en in andere dorpen in de omgeving wel.  Enkele notabelen hebben toen een financiële  bijdrage geleverd, waardoor de eerste instrumenten konden worden betaald. Hoewel het in eerste instantie nog een mannenaangelegenheid was, zijn sinds 1952 ook vrouwen lid van dit korps. Vandaag spelen de leden op hoorn, trompet, cornet, trombone, bugel, saxofoon en bas  of bespelen ze het slagwerk.  

Als de muziek begint en de klanken van Queen of the Dolomites de kerkzaal vullen, verschijnt heel groot een foto van mijn bosmeertje op de beamer. In plaats van hoge bergen  zien we de statige  bomen rond het meer, maar volgens de dirigent is het schilderij,  net als de muziek die gespeeld wordt, een ode aan de natuur.  Ook de bomen geven  een indrukwekkend beeld van de grootsheid van de schepping. In de rustige , meer lyrische delen , denk ik teug aan momenten  van stilte in het bos, een plek waar ik zelf inspiratie op kan doen en in een ander deel van de compositie hoor ik vogels vrolijk zingen en zie ik jonge reeën springen. Dan is het bos opeens vol leven. Ik voel me helemaal opgenomen in de muziek , vandaar de traan langs mijn wang. Wat ontroerend mooi is de relatie tussen schilderkunst en muziek.  

 De werken van de andere plaatselijk kunstschilders komen op dezelfde manier aan bod. Bij elk schilderstuk weer andere muziek. Zo dromen we op deze donkere avond in januari weg uit de koude van de winter, via  spelende kinderen en op  vleugels in de wind, gedragen door vrolijke kleuren, naar een feestelijke compositie van jazzachtige muziek. Prachtig. Zowel de leden van het korps als het publiek hebben deze manier van muziek beleven,  in combinatie met schilderkunst,  als spannend en uitdagend  beleefd. 

 Met een lekkere fles wijn onder de arm geklemd als dank voor het meedoen, dragen we de ezels en de schilderijen over het donkere kerkpad terug naar huis, met een warm gevoel van binnen.