Algemeen

Column: Het nieuwe winkelen

Vroeger was het voor dorpelingen een uitje om enkele keren per jaar naar de grote stad te gaan. Niet dat Leeuwarden een wereldstad is, maar het was wel het bruisende winkelhart van Fryslân. Het bulkte er in de tachtiger jaren van de bedrijvigheid. Het was de tijd waarin de middenstand floreerde, toen winkels een goed stuk brood verdienden. En die goed voor de werkgelegenheid was. 

Met de komst van internet, en helemaal sinds COVID-19 zich heeft aangediend, zie je een verandering in het koopgedrag. De computer en het daaraan gerelateerde internet is natuurlijk een verrijking voor de mens. We kunnen sneller en eenvoudiger met elkaar communiceren, waarvan Skype een prachtig voorbeeld is. Ook al woon je in de middle of nowhere in Verweggistan of Dichtbijhuisdam, met skype haal je je familielid, vriend of kennis binnen ‘anderhalve meter’ in huis. En dit zonder een virus op te lopen!

Dankzij innovatie is de mens tot steeds meer technologische hoogstandjes in staat, waardoor we onszelf in sommige disciplines steeds vaker overbodig maken. En, dat is winst voor de markt. De personele kosten drukken niet alleen zwaar op de uitgaven van een bedrijf, medewerkers hebben een eigen mening en kunnen daardoor soms een lastig object in een organisatie zijn. De computer daarentegen krijgt een opdracht en voert deze mekker-loos uit. We ‘moeten’ allemaal mee in de vaart der technologie.

Veel winkels zijn de afgelopen jaren veranderd in Kijkshops. En daar bedoel ik niet ‘de Kijkshop’ mee, maar winkels die de deuren openen voor ‘kijken-en-niet-kopen-publiek’. Onder het mom van even naar de stad te shoppen, gaan veel dorpelingen naar de big city voor ‘het nieuwe winkelen’.  Wat is het nieuwe winkelen dan, zie ik u knarsetandend denken? Leest u verder.

Moeders de vrouw zit op het wereldwijde web te surfen naar een jurkje voor de bruiloft die eraan zit te komen. ,,Jo moatte kreas foar de dei komme, net dan”. Na een langdurige surftocht door de kledingrekken van de webwinkels, komt ze eindelijk het gedroomde jurkje tegen. Voor een alleszins acceptabele prijs! Nu is het moeilijk kleding passen achter de computer, bovendien heeft dit vierkante kastje geen pashokje. En moeders de vrouw wil niet te koop lopen, althans niet voor de nieuwsgierige overbuurman of ingebouwde webcam. Met het mobieltje wordt een schermafbeelding gemaakt en wordt de rit naar het winkelhart van Friesland gemaakt. 

Winkel in, winkel uit, een middag lang. Op zoek naar dat droomjurkje wat tien jaar jonger maakt. Drie uur later komt ze eindelijk in de winkel, waar dat prachtige jurkje hongerig zit te wachten op een hongerige grijpgrage klant. Gelijk worden alle beschikbare maten van het kledingrek gejast en de paskamer ingesleurd. Eerst de Small maar proberen, iets te optimistisch zo blijkt. Chagrijnig wordt de XXL aangetrokken, gelukkig iets te groot. De maat is dus Medium, zeg maar maatje 40! Alleen de prijs ligt bijna een maatje L hoger dan die van de webwinkel. En dat verschil is te groot, toch! ,,Ik ben toch geen dief van mijn eigen portemonnee”! Na een vette snack en een verfrissend drankje - want ja als je naar de big city gaat moet je ook innerlijk genieten van het uitstapje - keert moeders zonder jurkje maar met een gevulde buik huiswaarts. Met een voldaan gevoel wordt de computer opgestart en wordt het ‘goedkope’ jurkje via de webwinkel besteld, welke de volgende dag keurig aan de voordeur wordt afgeleverd. Prachtig toch!

Klopt, alleen de vraag is: Hoelang kan het pashokje of showroom in de stad nog gebruikt worden om internet aankopen pasklaar thuis te ontvangen? Niet lang meer denk ik. Lege winkelpanden zijn het trieste bewijs dat het slecht met de detailhandel gaat. Iedereen kent de voorbeelden, ja zelfs een niet weg te denken V&D is slachtoffer geworden van ons ‘nieuwe winkelen’. Steeds meer winkeldeuren sluiten. Who’s next? 

 

Winkelstraten veranderen langzaam in verpauperde leegstandswijken, waar rijkdom plaats heeft gemaakt voor armoe en verval. Toch lijkt het - helemaal met de komst van één of ander C-virus - dat dit ‘het nieuwe winkelnormaal’ wordt. Laten we hopen dat de charme van het fysieke pashokje blijft. Iets wat alleen lukt door ook in de winkel je aankoop te doen. Boppedat, wanneer je reiskosten, reistijd en snackje meerekent, kun je je afvragen wat je uiteindelijke winst is. Meestal nada, njente, neat!                                                                                                               Bertus Dijkstra