Algemeen

Zeker de helft van alle jonge kinderen heeft een periode waarin ze liever met hun eten spelen dan dat ze het opeten. Maar voordat een voedingsmiddel echt op de ‘lust ik niet’ lijst mag komen, moet het eerst wel vijftien keer binnen een paar maanden aangeboden geworden.

In kleine hapjes, soms als tussendoortje en speels. Een kindje moet immers nog veel leren en daar hoort eten ook bij. Zowel smaak, textuur en uiterlijk bepalen of een kind het product wel of niet lust. Het is niet erg als een kind (of een volwassene) een bepaald product niet lust. Je hoeft immers niet álles lekker te vinden. Toch is het fijn als je ‘een makkelijke eter bent’. Een tijdje ‘moeilijk eten’ hoort bij de normale ontwikkeling van een kind. Meestal is dit na het zesde levensjaar weer voorbij. 

Maak vóór die tijd van het eten geen strijd. Misschien krijgt uw kind veel tussendoortjes die de eetlust beperken. Een kindermaagje is immers maar klein. Geef complimentjes over de hapjes die wél gegeten worden. Het is belangrijk de sfeer aan tafel gezellig te houden. Geef zelf aan dat u het eten lekker vindt. 

Een kind kan, als het wat ouder is, meekijken of meehelpen in de keuken en/of tafel dekken. Zo raken ze betrokken en eten vaak beter. Een bord vol met eten staat al snel tegen, houdt de portie daarom klein. Heeft uw kind slecht gegeten? Geef dan na de maaltijd niets extra’s. Een maaltijd is dé kans om te eten. Een gezond kind gaat vanzelf wel eten. Soms duurt de periode van ‘lust ik niet’ erg lang en maakt u zich zorgen. Dan is het prima om uw vragen voor te leggen bij het consultatiebureau of bij uw huisarts λ

 

Rubingh & Schipper diëtisten

0518-419202

info@rubinghschipper.nl

www.rubinghschipper.nl