Algemeen

Wat maakt een plattelandsdierenarts in Friesland allemaal mee?

Veertig jaar was Piet Meijer praktiserend dierenarts in Stiens. In de bundel ‘Verhalen uit de Praktijk’ doet Piet Meijer openhartig uit de doeken hoe hij al die jaren te werk ging, welke afwegingen hij maakte en welke ontmoetingen met dier en mens hem voor altijd zullen bijblijven. 

Piet Meijer, geboren te Vrouwenparochie in 1947 als zoon van een veehandelaar, studeerde diergeneeskunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Na zijn afstuderen in 1971 (cum laude) was hij ter vervanging van de militaire dienst drie jaar als keuringsdierenarts werkzaam op het Openbaar Slachthuis in Utrecht. Hier was hij ook betrokken bij het onderwijs in de Praktische Vleeskeuring aan de coassistenten diergeneeskunde. 

In 1976 nam hij de gemengde praktijk (zowel grote als kleine huisdieren) te Stiens over. Meer dan veertig jaar heeft hij hier gepraktiseerd. Gedurende deze periode is hij ook ongeveer vijfentwintig jaar als docent “Dierziekten” verbonden geweest aan de Hogeschool Van Hall Larenstein te Leeuwarden. 

Het boek ‘Verhalen uit de Praktijk’ is vanaf heden verkrijgbaar bij Bruna, Pieter Jellessingel 11-12 in Stiens en de dierenartsenpraktijk ‘Tusken Waed en Ie’, Populierstrjitte 1 in Stiens.

 

Een korte anekdote uit het boek:

Een slang op de kop

Slangen zijn geen alledaagse  patiënten. Aan de ene kant zijn het leuke en interessante patiënten, maar ook wel lastige. 

Tijdens de opleiding in Utrecht krijg je de mogelijkheid om colleges te volgen over Bijzondere Dieren en aangezien ik dat nooit had gedaan was mijn kennis over slangen minimaal tot nihil. Toch was bij deze patiënt de diagnose eenvoudig. De slang had een steen doorgeslikt en die was halverwege het lichaam zichtbaar blijven steken. “Wat kunnen we doen?” vroeg de zeer vriendelijke eigenaar. “Ik ga met de afdeling Bijzondere Dieren bellen,” beloofde ik hem. Een paar keer per week hield de afdeling een telefonisch spreekuur, ook voor dierenartsen. 

“Dwangvoeren en het voedsel in zijn bek duwen,” was het advies van de hoogleraar. “En als er geen beweging in komt moet er geopereerd worden.” Met nog wat advies over de verdoving, de hechtingen en met zijn belofte dat ik het dier altijd mocht doorverwijzen hing ik weer op. Ik gaf de eigenaar het advies om de dwangvoeding een week te proberen en om als het niet lukte een week later terug te komen. 

Een week later was duidelijk zichtbaar dat de steen nog precies op dezelfde plaats zat. Wat nu? “Euhm, ja sorry,” begon de eigenaar. “Het is misschien maar een idee, maar wat als we de steen nu eens richting de bek duwen?” We konden het in ieder geval proberen... De eigenaar hield de kop van de slang omlaag terwijl ik de rest van het lichaam omhoogtilde tot de slang als het ware op zijn kop hing. Voorzichtig probeerde ik de steen richting de bek te masseren.  Tot mijn verbazing ging het haast vanzelf en voor ik het door had, hoorde ik de steen op tafel vallen.  “Wat ben ik u verschuldigd?” vroeg de eigenaar na afloop. “Dat kan ik beter aan jou vragen!” antwoordde ik. Eigenlijk had ik de professor Bijzondere Dieren toch even moeten bellen om hem te vertellen hoe het verlopen is, maar dat heb ik niet gedaan. Men is kennelijk nooit te geleerd nog iets te leren.