Algemeen

Jeltje Visser-Bakker vierde afgelopen zaterdag haar 100e verjaardag

Jeltje Visser-Bakker uit St.-Annaparochie vierde zaterdag 9 oktober haar 100e verjaardag. Burgemeester Marga Waanders kwam haar namens het gemeentebestuur van harte feliciteren met deze feestelijke gebeurtenis.

Op 9 oktober 1921 werd Jeltje Visser geboren in Workum. Haar vader was Jelle Bakker en haar moeder was Trijntje Bakker-Adema. Uiteindelijk kreeg het gezin in totaal 11 kinderen
(9 meisjes en 2 jongens).  Alle kinderen zijn naar de lagere school in Workum gegaan. Zij moesten iedere dag zowel ’s morgens als ’s avonds een uur lopen om bij school en weer thuis te komen.

Vader Jelle Bakker was melkvaarder en bracht 2 keer per dag met een zeilschip de rauwe melk van de boerderijen naar de melkfabriek in Workum. Als er geen wind was, moesten de kinderen helpen de boot te trekken omdat de melk toch naar de fabriek moest. Moeder Trijntje deed het huishouden.

 

In die tijd had de boer nog veel te zeggen. Zodra een van de kinderen van Jelle en Trijntje de lagere school had doorlopen was er altijd wel een of andere boer die aangaf dat het betreffende kind wel bij hem kon werken. Daarbij werd ook vermeld dat als zij ergens anders ging werken, vader Jelle de melk van die boer niet meer naar de fabriek hoefde te brengen, wat voor vader betekende dat er minder geld binnenkwam. Na de lagere school moest Jeltje ook bij een boer gaan werken. Het werk op een boerderij bestond niet alleen uit het helpen in de hushouding, maar ook het reinigen van de melkbussen en het melken  ’s ochtends en ’s avonds en helpen in de hooitijd. Dat laatste vond ze leuk, omdat er dan veel mensen op de boerderij waren. Immers alle werkzaamheden zoals maaien en binnen halen van het hooi ging met de hand. Machines waren er toen nog niet. In de begintijd van het werkzame leven verdiende ze 1 gulden per week en het was normaal dat je het geld afdroeg aan moeder Trijntje zodat zij eten kon kopen.

 

Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog en ook daarna werkte Jeltje bij de fam. Van der Burg in Jelsum. Dit was een heel goede werkplek. Ze heeft er haar hele leven contact mee gehouden. Eerst met de ouders en later met de kinderen. Ook kreeg ze daar goed te eten. Vooral tijdens de 2e wereldoorlog was er geen gebrek aan eten. Er werd zelf geslacht. Nadeel was dat men relatief dicht bij vliegbasis Leeuwarden woonde en dat het vliegveld zwaar werd gebombardeerd. Vele angstige momenten heeft men beleefd tijdens de bombardementen. Tijdens haar werkzaamheden in Jelsum ontmoete ze ook Pieter Visser. Pieter verkocht  brood en woonde bij zijn zuster en zwager in Lekkum. Dit omdat de afstand Lekkum - Nes (bij Dokkum) te groot was om dagelijks heen en weer te rijden. Op 19 april 1950 zijn ze in Stiens getrouwd. Liever waren zij eerder getrouwd, maar als gevolg van de oorlog was er schaarste aan woningen.

 

Wonen in Lekkum

Het echtpaar is gaan wonen aan de Buorren in Lekkum. Na 2 jaar werd op 24 april 1952 hun eerste zoon Dirk en op 6 mei 1956 hun tweede zoon Jelle geboren. Tussen Dirk en Jelle er was er nog een kindje, maar deze heeft maar kort geleefd. Het kind kreeg in het ziekenhuis, kort na een noodzakelijke operatie, longontsteking. Dat werd fataal.

Zoon Dirk en heeft twee dochters van 36 en 33 jaar. De andere zoon Jelle is eveneens getrouwd en heeft 5 dochters en 1 zoon. In totaal heeft Jeltje inmiddels drie achterkleinkinderen.

 

Werk als huishoudelijke hulp

Een belangrijke wending in het leven van Jeltje kwam toen Pieter bij de Verenigde Stofzuigerfabrieken in Leeuwarden ging werken, Dirk naar de mulo in Leeuwarden ging en Jelle naar de basisschool. Overdag werd het stil thuis en toen is ze verschillende mensen in het dorp gaan helpen in de huishouding. Naast het geld dat dit werk opleverde, was ze ook weer meer onder de mensen. Dit werk heeft ze tot op zeer hoge leeftijd gedaan. Ze was ver in de tachtig toen ze eindelijk moest erkennen dat het niet meer kon.

Op 18 augustus 1983 overleed Pieter op 66 jarige leeftijd aan een hartaanval. De laatste jaren waren behoorlijk zwaar voor haar omdat Pieter veel ondersteuning nodig had.

 

Tot op hoge leeftijd zelfstandig wonen

Eind jaren tachtig is Jeltje verhuisd van de Buorren naar de Terp in Lekkum. Daar wonen ging tot op hoge leeftijd (circa 97 jaar) prima. De laatste 10 jaar had ze hulp voor het zware huishoudelijke werk. De lichtere werkzaamheden kon ze nog prima. Vooral de laatste 2 jaren viel ze steeds vaker en ging ze ook geestelijk achteruit. Tijdens deze periode werd ze, naast liefdevolle ondersteuning van de buren, ook steeds meer ondersteund door de wijkzorg. Uiteindelijk kwam de thuiszorg een aantal keren per dag. Zeker de laatste periode van het thuis wonen was eigenlijk niet meer verantwoord. Maar als iemand over een verzorgingstehuis begon werd ze kwaad.  

Toen ze begin 2021 was gevallen en haar bekken had gebroken, is ze na behandeling in Noorderbreedte te Leeuwarden, naar het van Harenshuus in St.-Annaparochie gegaan. In het begin was dat even wennen.

 

Alle broers en zusters van Jeltje zijn inmiddels overleden. Er leeft nog 1 schoonzuster, zij is 95 jaar en woont in Stavoren. Op een paar na hebben ze allemaal een hoge leeftijd bereikt. De laatste zuster (Cornelia) die overleed, is 101 Jaar geworden en de voorlaatste (Klaske) is 100 jaar geworden.